Partij Vraag 1 (klik voor vragenlijst)

Nieuwe scholen ook binnen 10km van bestaande - meer nieuwe scholen in RPO
Vraag 2(klik voor vragenlijst)

Verbetering kwaliteit voortgezet onderwijs
Vraag 3(klik voor vragenlijst)

Scholen specialiseren hun aanbod
Vraag 4(klik voor vragenlijst)

Oplossen capaciteitsproblemen
Vraag 5(klik voor vragenlijst)

Nieuw systeem van loting
Overige opmerkingen van partij Oordeel VSA
1
Over de wens om de 10 km eis te laten vallen kunnen we kort zijn: dat steunen we van harte. We zijn dan ook benieuwd naar het antwoord hierop naar aanleiding van uw brief aan wethouder Hilhorst.

Met betrekking tot het nieuwe RPO vinden we het heel belangrijk dat ouders en leerlingen daadwerkelijk gehoord worden. Het wettelijk doel van een RPO is immers om “het onderwijsaanbod af te stemmen op de vraag van leerlingen, ouders en andere belanghebbenden.” Bij de voorbereiding op het huidige RPO is dat niet gebeurd. Een slechte zaak. Daarom hebben we bij de behandeling van het huidige RPO in juli 2011 een motie ingediend dat bij een volgend RPO ouders en leerlingen wel gehoord gaan worden. Deze motie is vervolgens aangenomen door de gemeenteraad. Hoe kan je immers tot een breed gedragen RPO komen als je niet weet wat ouders en leerlingen willen? Het onderwijsaanbod moet dus aansluiten op de vragen en behoeftes van ouders en leerlingen en ouders en leerlingen moeten daarbij worden betrokken in de visie van het CDA. De motie is bijgevoegd, evenals een tussenstand van de uitvoering van deze motie. In de aanloop naar de vaststelling van het nieuwe RPO, in november 2014, zullen wij de uitvoering van onze motie dan ook strikt volgen (deze motie en de stand van zaken daarvan zijn bijgevoegd).
De kwaliteit van het aanbod van het voortgezet onderwijs in Amsterdam is nog veel te vaak onder de maat en juist omdat het aanbod van wel kwalitatief goed onderwijs beperkt is, is dat heel kwalijk. Ouders en leerlingen kunnen zo immers gedwongen worden te kiezen voor kwalitatief minder onderwijs. De door de VSA gesuggereerde oplossing is een creatieve oplossing waar de CDA fractie op voorhand geen tegenstander van is. We zijn dan ook zeer zeker bereid deze mogelijke oplossing nader te onderzoeken.

De kwaliteit van het onderwijs is in de visie van het CDA een verantwoordelijkheid van schoolbesturen en ouders. Ouders moeten scholen kunnen aanspreken op de kwaliteit van het onderwijs. De gemeente is daarbij ondersteund. Wij steunen dan ook de gemeentelijke ‘Kwaliteitsimpuls Voortgezet Onderwijs Amsterdam.’ Wat het CDA betreft gaat de gemeente hier de komende jaren dan ook mee door.

Van belang hierbij is dat kwalitatief goede scholen de mogelijkheid krijgen om uit te breiden en dat de gemeente hier niet dwarsligt, zodat er een gezonde concurrentiestrijd tussen scholen is. Ouders en leerlingen moeten kunnen kiezen voor kwalitatief goed onderwijs in Amsterdam en niet gedwongen worden te kiezen voor kwalitatief minder onderwijs.

Het belangrijkste is dat het aanbod van het onderwijs aansluit op de vraag van ouders en leerlingen. Daarom is het ook zo jammer dat bij de voorbereiding op het huidige RPO ouders en leerlingen niet zijn gehoord over de aanbod van het onderwijs. Bij het nieuwe RPO in november 2014 moet dat door een motie van het CDA gelukkig wel gebeuren. Nieuwe initiatieven moeten dus aansluiten op de vraag van ouders en leerlingen.

Een tweede punt is dat bestaande scholen waar veel vraag naar is in staat worden gesteld om uit te breiden. De gemeente moet hier niet dwarsliggen. De gemeente moet scholen hiertoe ook stimuleren. Bijvoorbeeld in de vorm van een nevenvestiging.

Essentieel hierbij is dat schoolbesturen en gemeente goed zicht hebben op te verwachten vraag en hier vroegtijdig op anticiperen. Het CDA is er dan ook voorstander van om al op basis van het beeld in groep zeven prognoses te maken over de te verwachten leerlingenstroom van primair naar voortgezet onderwijs. Een motie van het CDA hierover is ook aangenomen door de gemeenteraad (motie is bijgevoegd).
Het huidige systeem zorgt voor veel spanning en ellende bij ouders en leerlingen. Een nieuw systeem dat daar verbetering in kan brengen is dus welkom. Hoe dat nieuwe systeem er precies uit gaat zien is echter nu nog niet bekend. Als er nieuw systeem komt is voor het CDA een absolute voorwaarde dat er daar onder ouders en leerlingen draagvlak voor is en dat zij in staat worden gesteld hun mening daarover te geven.   VSA:
Ja, wat het voortgezet onderwijs betreft, kunt u met een gerust hart op het CDA stemmen
d66 Initiatieven om het onderwijs in Amsterdam te verbeteren, ook door ouders, door bijvoorbeeld een school in de buurt op te richten, moeten wat D66 betreft volop de ruimte krijgen. Dit moet de gemeente faciliteren en stimuleren. Ook verbreding van het kwalitatieve aanbod in het basisonderwijs door het starten van nieuwe scholen en vernieuwende schoolconcepten moedigt D66 aan, dit moet voldoende kansen en steun van de gemeente krijgen. Daarbij kan gedacht worden aan scholen die inzetten op meertalig onderwijs, cultuureducatie, lesmethoden met gebruik van digitale middelen (lesaanbod op maat door het leerlingvolgsysteem), extra bewegingsonderwijs of scholen met flexibele schooltijden.   De kwaliteit van het Amsterdamse voortgezet onderwijs staat onder druk. De gemeente is in 2011 hiervoor een kwaliteitsaanpak gestart. De kwaliteitsaanpak voor het voortgezet onderwijs is nog niet zo lang bezig. Wel is duidelijk dat de aanpak in de praktijk anders wordt uitgevoerd dan de kwaliteitsaanpak voor basisscholen. De school is zelf aan zet, de externe kwaliteitsadviseur in het voortgezet onderwijs werkt nauw samen met de docenten en rectoren. Een docent wordt niet na een keer observeren meteen afgeschreven. D66 staat kritisch tegenover actieve bemoeienis van de gemeente met de kwaliteitsontwikkeling op school en vindt dat dit primair een taak van het bestuur en de school zelf is. Werkelijke kwaliteitsverbetering is alleen mogelijk als de leraar professioneel en structureel begeleid wordt en de verantwoordelijkheid voor onderwijskwaliteit bij de school zelf ligt.

Op dit moment zijn er nog geen resultaten bekend over de effectiviteit van de Amsterdamse kwaliteitsimpuls. D66 ontvangt signalen dat de aanpak teveel papierwerk oplevert en dat het budget niet toereikend is om alle scholen (die het nodig hebben) mee te kunnen laten doen. Dat moet anders. Ook moet we meer investeren in onze leraren. D66 pleit ervoor om een Lerarenbeurs in te stellen. Hiermee kunnen leraren, met financiële ondersteuning van de gemeente academische en andere vaardigheden opdoen.
Het is aan de scholen om de onderwijskwaliteit te verbeteren en ouders hiervan te overtuigen. We moeten veel meer dan nu investeren in kwaliteit van leraren en schoolleiding, maar ook in de kwaliteit van de schoolgebouwen. Als een school niet van de titel ‘zwakke school’ kan afkomen, zorgt de Inspectie ervoor dat de school dan na een aantal jaar de deuren sluit.  D66 wil in de komende raadsperiode € 35 miljoen extra vrijmaken voor het onderwijs, om te zorgen dat elk Amsterdams kind de kans krijgt om zich te ontwikkelen en zijn of haar talenten te ontdekken. Het is al jaren bekend dat het Amsterdamse voortgezet onderwijs een capaciteitsvraagstuk kent. Ieder jaar weer leidt gebrek aan capaciteit op de populaire scholen tot een lotingsproblematiek, waarbij honderden leerlingen worden uitgeloot voor de school van hun keuze. D66 wil goede scholen belonen en de keuzevrijheid van ouders zoveel mogelijk waarborgen. Daarom moet er bij een tekort aan plekken –voor tijdelijke noodcapaciteit worden gezorgd totdat een permanente uitbreiding is gerealiseerd. Als dit fysiek niet mogelijk is, is het een optie om een nevenvestiging/dislocatie van de betreffende school te starten. Dit kan als de overaanmelding groot genoeg is voor nieuwe klassen. De gemeente moet hier haar rol spelen, door scholen te helpen bij het opzetten van zo’n nevenvestiging en waar nodig ook de huisvesting ter beschikking te stellen.

In Amsterdam Nieuw-West had het Caland Lyceum, een gemengde school, 60 overaanmeldingen in 2012. De school en het stadsdeel Nieuw-West hebben vervolgens in enkele weken een tweede locatie van de school uit de grond gestampt. Als het aan D66 ligt, gebeurt dit veel vaker.
Leerlingen moeten geen loten in een grabbelton zijn. Daarom moet volgens D66 het Amsterdamse plaatsingsbeleid, zowel voor het primair als voortgezet onderwijs, voortaan over de hele stad voldoen aan drie uitgangspunten:

1) Gelijkheid: alle kinderen maken in gelijke omstandigheden een gelijke kans op een plek op een Amsterdamse basisschool. De keuzevrijheid van ouders en hun kinderen wordt zo veel mogelijk geëerbiedigd.
2) Transparantie: ouders weten van te voren hoe de plaatsing zal verlopen, zeker in het geval van overaanmelding zijn de spelregels van tevoren open, inzichtelijk en fair.
3) Kwaliteitsborging: er moet in alle buurten voldoende kwalitatief onderwijs zijn.

Ouders en leerlingen moeten tenminste een top 3 kunnen aangeven en hier bij voorkeur terecht kunnen. Als het echt niet mogelijk is een plek te vinden op de eerste drie voorkeursscholen, dan helpt de gemeente in overleg met de scholen mee aan een oplossing. De keuzevrijheid van ouders moet zo veel mogelijk worden gewaarborgd. Daarom zijn zo min mogelijk voorrangscriteria wenselijk. D66 is geen voorstander van geforceerd gemengde scholen. Dit zou een inbreuk betekenen op keuzevrijheid van ouders en maakt dat jonge kinderen door de hele stad verspreid moeten worden.

Ouders van kinderen in de basisschoolleeftijd vinden het doorgaans
wenselijk dat kinderen in de buurt naar school kunnen gaan. Dit is begrijpelijk vanuit het maatschappelijke netwerk in een wijk. Kinderen moeten dan ook, desgewenst, in de buurt naar school kunnen. Keuzevrijheid staat voorop.
  VSA:
Ja, wat het voortgezet onderwijs betreft, kunt u met een gerust hart op het D66 stemmen
groen links GroenLinks ziet goed onderwijs voor iedereen als basis voor een rechtvaardige samenleving. Een samenleving waarin iedereen zoveel mogelijk gelijke kansen krijgt om van het leven iets moois te maken. Waarin ieder kind zich zelfstandig kan ontwikkelen, zonder dat zijn toekomst al vastligt op basis van opleidingsniveau, inkomen of achternaam van zijn ouders. Dat betekent dat in Amsterdam voor alle leerlingen een compleet en kwalitatief goed aanbod aanwezig moet zijn. De voorzieningenplanning (RPO) moet ervoor zorgen dat het aanbod voldoende is, verspreid over de hele stad, aansluit op de vraag en aantrekkelijk is voor ouders en kinderen. De landelijke discussie rondom de 10 km eis volgen wij met grote aandacht en willen hierover in gesprek gaan met VSA. Het voortgezet onderwijs in Amsterdam scoort volgens de Inspectie van het Onderwijs voldoende, maar dat ziet GroenLinks natuurlijk liever een negen of tien worden.  Sinds 2012 geeft de gemeente daarom een extra impuls aan de kwaliteit van het voortgezet onderwijs in de stad. GroenLinks vindt het belangrijk dat daarbij niet alleen wordt gekeken naar eindexamenresultaten van leerlingen, maar ook naar de mate waarin leerlingen zich veilig voelen, zichzelf kunnen zijn en zich optimaal sociaal en maatschappelijke kunnen ontplooien. Ook wordt de kwaliteit bepaald door de mate waarin scholen vorm geven aan betrokkenheid van ouders en leerlingen, de kwaliteit van huisvesting en maatschappelijke doelstellingen zoals diversiteit van leerlingenpopulatie en docenten. Het verbeteren van de kwaliteit van het Amsterdamse onderwijs moet de komende jaren prioriteit blijven krijgen. Daar zal ook GroenLinks zich in de gemeenteraad sterk voor blijven maken. Extra inzet zoals via de Kwaliteitsimpuls Voortgezet Onderwijs Amsterdam blijft ook de komende jaren nodig. Uit onderzoek blijkt dat ouders het belangrijk vinden dat hun kind binnen de eigen school, laagdrempelig, kan doorstromen naar een hoger onderwijsniveau. Brede scholengemeenschappen bieden die mogelijkheid en zullen dus, naast categoraal onderwijs (scholen met maar één onderwijsniveau), onderdeel uit moeten blijven maken van het aanbod. Schoolbesturen zijn primair verantwoordelijk voor een voldoende en kwalitatief goed aanbod. Door middel van het Regionaal Plan Onderwijsvoorzieningen (RPO) werken scholen aan het vergroten van het aanbod. De inzet van scholen om te investeren in Nieuw-West, IJburg en Noord en niet op nog meer capaciteit in Zuid en Centrum kan op onze instemming rekening. De betrokkenheid van de gemeente Amsterdam bij invoering van een nieuw lotingssysteem is belangrijk. Het gaat immers om Amsterdamse kinderen en hun ouders die graag naar de school van hun eerste keuze gaan en een enorme stressvolle periode doormaken tijdens de lotingsperikelen. Daarnaast moeten we als stad (scholen, schoolbesturen, ouders en overheid) gezamenlijk het gesprek aangaan over een nieuwe manier van aanmelden en plaatsen. Een manier die op de eerste plaats minder stress moet opleveren, transparant en duidelijk is voor ouders en kinderen. Dat kan door in te zetten op een systeem waarbij ouders en kinderen drie voorkeursscholen kunnen aangeven.   VSA:
Oef, Groenlinks maakt het de kiezer niet makkelijk. Het wil wel beter onderwijs, maar wij zien geen concrete plannen.
PvdD             VSA:
Partij voor de Dieren vindt het blijkbaar niet de moeite om ouders uit te leggen waar ze voor staan
PvdA De PvdA is van mening dat Amsterdam een Regionaal Plan Onderwijs heeft  waarmee Amsterdam de komende jaren vooruit kan. Het Regionaal Plan Onderwijs biedt  keuzemogelijkheden  voor ouders en kinderen in alle delen van de stad. Wij onderschrijven de keuze dat de komende jaren geïnvesteerd wordt in scholen buiten de ring, zoals Caland2 en de plannen voor IJburg2. Wij vinden de betrokkenheid van ouders bij het nemen van nieuwe initiatieven belangrijk. We volgen de ontwikkelingen rondom de 10 kilometereis (aanpassing van de berekening van het bruto en netto leerlingpotentieel van een nieuw te stichten school) in Den Haag met interesse. De PvdA wil blijven investeren in de kwaliteit van het voortgezet onderwijs. De kwaliteit tussen scholen wisselt te veel. Wij willen dat alle scholen in Amsterdam op niveau zijn, en willen meer excellente scholen in de stad. Om die reden hebben we in  Amsterdam de Kwaliteitsaanpak Voortgezet Onderwijs. Een groot aantal scholen heeft de afgelopen jaren belangrijke stappen gezet. Ook de komende jaren zal blijvend worden geïnvesteerd in scholen.  De PvdA heeft de afgelopen periode in het bijzonder aandacht gevraagd te investeren in HAVO-scholen. Ook hier zullen we ons de komende jaren voor blijven inzetten. De PvdA is voorstanders van het behouden van keuzemogelijkheden voor ouders om te kiezen tussen een categorale school of een school die meerdere schoolniveaus aanbiedt. Uit het oudertevredenheidsonderzoek dat vorig jaar op verzoek van de raad is uitgevoerd, blijkt dat ouders opstroommogelijkheden erg belangrijk vinden: als een school zowel vbmo, havo als vwo aanbiedt is de school beter in staat om een kind het juiste niveau te bieden. Als een kind een niveau niet blijkt aan te kunnen, dan hoeft het kind niet direct naar een andere school. In Amsterdam wordt nog steeds gewerkt aan het vergroten van de capaciteit van het schoolaanbod. Wij kiezen ervoor om de capaciteit te vergroten in delen van de stad waar behoefte is aan meer scholen. In Nieuw-West is het Caland uitgebreid, in Noord is het Hyperion erbij gekomen, in IJburg zijn plannen voor een tweede IJburgcollege. Wij kiezen ervoor om niet nog meer capaciteit te creëren in stadsdeel Zuid, omdat hier nu al verreweg de meeste scholen staan. Wij willen loten tot het minimum beperken. We vinden het belangrijk dat elk jaar overleg wordt gevoerd met scholen over het creëren van extra klassen in geval van overinschrijving. De PvdA is voorstander van de plannen voor een nieuw inschrijvingssysteem waarbij ingeschreven wordt op basis van de eerste drie voorkeursscholen. Op deze manier willen we het loten proberen te voorkomen.   VSA:
PvdA wil wel meer kwaliteit, maar wil ook van alles remmen - kiezer let op uw zaak!
Red Amsterdam Wij delen de wens van de VGA dat de afstand eis in grote steden als Amsterdam, beter kan vervallen. Red Amsterdam vind het goed als het makkelijker wordt om een nieuwe school te stichten zodat er een betere match komt tussen vraag en aanbod. Wel zal bij nieuwbouw rekening moeten worden gehouden met flexibilitieit en multifunctionaliteit zodat schoolgebouwen of delen daarvan, bij teruggang in leerlingenaantal voor andere functies kunnen worden gebruikt, zonder dat het daarvoor noodzakelijk is deze geheel aan de onderwijsfunctie te onttrekken en ingrijpend te verbouwen. Bij een aantrekkend leerlingenaantal moet deze ruimte ook weer kunnen worden ingezet voor onderwijs. Het is niet acceptabel dat veel Amsterdamse schooltypen onder het landelijk gemiddelde scoren. Daar moet snel iets aan gebeuren, om te voorkomen dat een generatie kinderen niet het onderwijsniveau krijgt wat het verdient. We moeten er wel rekening mee houden dat juist in Amsterdam, minder dan grote delen van het land, veel kinderen wonen met een taalachterstand als zij aan hun schoolcarriere beginnen. Red Amsterdam pleit dan ook voor het inlopen van taalachterstanden en wil dat de gemeente hier afspraken over maakt met de schoolbesturen, die primair verantwoordelijk zijn.
Red Amsterdam vindt het belangrijk om te meten wat de bijdrage van de school is in de vorming van het kind. Het alleen maar meten van CITO-scores zegt in dit verband niet zoveel omdat daarvoor vooral het instroomniveau van de leerlingen bepalend lijkt te zijn.
Het is een interessante gedachte om scholen te laten specialiseren in richtingen waarin zij goed zijn en die waarin zij onvoldoende zijn te laten afstoten. Een andere mogelijkheid zou zijn om grote scholen op te splitsen in kleinere eenheden, zo mogelijk ook opgesplitst per specialisatie. In een kleinere school kan meer aandacht komen voor het kind en verbetering van de prestaties. Dat zou kunnen door bijvoorbeeld nieuwe scholen te stichten, bij voorkeur in een buurt waar nog geen school van dat type is. Het kan ook door een bestaande afdeling van een school af te splitsen en te vergroten (vgl. bijvoorbeeld de categorale HAVO de Hof in Oost) Dat zou dan allereerst kunnen met een categorale havo maar er zou ook gedacht kunnen worden aan een MAVO/HAVO-school. Red Amsterdam ziet het lotingssysteem het liefst zo snel mogelijk afgeschaft zodat elk kind zo veel mogelijk naar de school van zijn keuze en niveau kan. Maar zolang er niet voldoende capaciteit is zal een vorm van selectie moeten plaatsvinden, bij voorkeur door middel van (gewogen) loting. Het huidige loting systeem en de procedure vinden wij onbevredigend. Red Amsterdam is voor een inschrijfsysteem waarbij meerdere voorkeuren in de volgorde van voorkeur kunnen worden aangegeven door het kind.   VSA:
Ja, wat het voortgezet onderwijs betreft, kunt u met een gerust hart op Red Amsterdam stemmen
SP Wat het nieuwe RPO betreft hopen wij dat er voldoende aanbod op brede scholengemeenschappen komt en blijft in alle delen van de stad. Ook hopen wij dat onze aangenomen moties daarin worden meegenomen. Vooral wat betreft de onderlinge afspraken over spreiding van zorg en achterstandsleerlingen. Zodat die niet op scholen geconcentreerd worden. Nieuwe schoolinitiatieven zijn ook nu al mogelijk als daar voldoende steun voor is. De regelgeving wat dat betreft mag wel wat eenvoudiger en ruimhartiger wat ons betreft. De inspectie voor het onderwijs oordeelt over de kwaliteit en is ook de instantie om scholen daarop aan te spreken. Wij vinden dat er een kwalitatief goed aanbod zou moeten zijn voor alle kinderen op elk niveau en schooltype dicht in de buurt waar ze wonen waar mogelijk. Een kwaliteitsprobleem moet worden aangepakt waar het zijn oorsprong in vindt: volle klassen; onbevoegde en onderbevoegde docenten; te weinig lesmateriaal; teveel lesuitval etc. Daar moeten schoolbesturen op worden aangesproken wat ons betreft. Het simpelweg afschrijven van scholen die kwalitatief niet voldoen is te makkelijk. Eerst moet geprobeerd worden de kwaliteit te verbeteren en de inspectie heeft uiteindelijk ook nu al de bevoegdheid om scholen te sluiten als er geen verbetering inzit. De gemeente en de schoolbesturen werken op dit moment al hard aan het oplossen van de capaciteitsproblemen. Er is een 4de gymnasium gestart, een nieuw technisch VMBO etc. Wij zien vooral daarin de mogelijkheden om het onderwijs voor alle leerlingen in alle delen van de stad voldoende aan te bieden. Elke leerling krijgt een volledig en volwaardig lesaanbod, zo dichtbij mogelijk. Het nieuwe systeem van loting wat onderzocht wordt kan een mogelijkheid bieden. Dat is ons nog niet bekend op dit moment. De SP is altijd een voorstander en voortrekker geweest van meer invloed van ouders en docenten op het onderwijs. Zowel landelijk als plaatselijk hebben wij hiertoe vele voorstellen gedaan.
Onlangs nog is er een SP motie in de kamer aangenomen die er voor zorgt dat er een sterkere positie van de medezeggenschapsraad tegenover schoolbesturen komt. Binnenkort kan de medezeggenschapsraad aanspraak maken op rechtsbijstand, komt er een regeling voor nalevinggeschillen en is er de mogelijkheid om besluiten van het bestuur terug te draaien. Het scholingsbudget voor leden gaat voortaan rechtstreeks naar de medezeggenschapsraad.
Momenteel worden de Amsterdamse scholen gedwongen alles te meten wat ze doen. Dat slaat door. Meten is de norm geworden. Dit cijferfetisjisme leidt niet tot een verbetering van de onderwijskwaliteit. De SP is van mening dat het belang van goede vakkennis, intuïtie en ervaring van de leraren zwaarder moet wegen dan dure en/of onbetrouwbare meetinstrumenten.

VSA:
Ja, wat het voortgezet onderwijs betreft, kunt u met een gerust hart op de SP stemmen
Trots             VSA:
Trots vindt het blijkbaar niet de moeite om ouders uit te leggen waar ze voor staan
VVD Er zijn in Amsterdam te weinig plaatsen op scholen en te veel regeltjes die het stichten van nieuwe scholen in deze stad onnodig moeilijk maken. Een van die regels is de zogenaamde 10 km eis. De VVD wil deze eis graag schrappen om zo het stichten van nieuwe scholen makkelijker te maken. De kwaliteit van het onderwijs in Amsterdam is onvoldoende. Dat geldt voor het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs, het beroepsonderwijs én de universiteiten. De VVD wil dat dit verbetert. Onderwijs is de liberale sleutel tot werk, emancipatie, zelfontplooiing en economische zelfstandigheid. Om de kwaliteit te verbeteren pleit de VVD ervoor om scholen zich weer laten te richten op hun kerntaken, om per school ook ruimte te bieden aan ontplooiing voor excellente leerlingen en om als gemeente de rijksoverheid en de scholen aan te spreken op hun verantwoordelijk om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. En ook het uitbreiden van de capaciteit zorgt voor een verbetering van de kwaliteit van het onderwijs, want als de capaciteit te klein is gaan kinderen noodgedwongen naar minder goede scholen. Meer specialiseren en het inzichtelijker maken van waar een school goed in is en waarin minder goed, kan leiden tot betere scholen en een betere match tussen vraag- en aanbod. De VVD is daarvoor. Wel is er wat ons betreft meer dan dit nodig om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren. Wat volgens de VVD ook een oplossing is, is dat ouders weer wat te kiezen hebben. Nu is er geen keuzevrijheid waardoor slechte scholen nog steeds leerlingen krijgen en daardoor niet krimpen en verdwijnen. Goede scholen hebben te weinig mogelijkheden om te groeien. De gemeente Amsterdam loopt al jaren achter de feiten aan als het gaat over voldoende capaciteit op scholen. Scholen hebben te weinig plek en te vaak moeten er noodlokalen gerealiseerd worden of moeten kinderen naar andere scholen dan waar ze heen willen. Amsterdam zou prima in staat moeten zijn om op basis van gedegen onderzoek goede prognoses op te stellen voor hoeveel plekken nodig zijn. Daar bovenop zou extra ruimte gecreëerd moeten worden zodat er ook wat te kiezen valt. Amsterdam zou vooral goede en populaire scholen, ook in Centrum en Zuid, de ruimte moeten geven om uit te kunnen breiden. Door goede scholen uit te laten breiden, verbetert en de kwaliteit en de capaciteit. Ouders en kinderen moeten zelf hun school kunnen kiezen en het is zaak dat er voor zorgen dat er ook echt wat te kiezen valt. Zo’n schoolkeuze is immers een hele bepalende keuze met een hele grote impact op het leven van de kinderen. Kunnen kiezen betekent dat er allereerst gezorgd moet worden voor een grotere capaciteit en betere scholen. Het doel moet zijn dat er niet geloot hoeft te worden en dat er gewoon voldoende plek is. Dat geldt voor het basisonderwijs én het voortgezet onderwijs. Als er uiteindelijk toch geloot moet worden, dan moet het wat de VVD betreft niet zo zijn dat maar één voorkeur opgegeven kan worden, maar bij voorkeur meerdere scholen van voorkeur.   VSA:
Ja, wat het voortgezet onderwijs betreft, kunt u met een gerust hart op de VVD stemmen
Witte Stad             VSA:
Witte Stad vindt het blijkbaar niet de moeite om ouders uit te leggen waar ze voor staan